THROMBOSE en FLEBITIS

Thrombose is niet hetzelfde als flebitis.

Elke medische term die eindigt op -itis duidt op een ontstekingsfenomeen. Appendicitis, sinusitis, meningitis, ..... en dus ook flebitis. 


Flebitis is een ontsteking van een ader en kan bijvoorbeeld optreden bij spataders of bij het langdurig zitten van een infuus. 


Thrombose geeft aan dat er een thrombus (een klonter) in de ader zit. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij langduriElke medische term die eindigt op -itis duidt op een ontstekingsfenomeen. Appendicitis, sinusitis, meningitis, ..... en dus ook flebitis.

Flebitis is een ontsteking van een ader en kan bijvoorbeeld optreden bij spataders of bij het langdurig zitten van een infuus.

Thrombose geeft aan dat er een thrombus (een klonter) in de ader zit. Dit kan bijvoorbeeld optreden bij langdurig stilzitten.

Flebitis en thrombose kunnen samen voorkomen maar kunnen ook best alleen op zichzelf voorkomen.

Het is belangrijk beide termen niet met elkaar te verwarren aangezien zowel de oorzaak, het verloop en de behandeling van elkaar kunnen verschillen.g stilzitten.


Flebitis en thrombose kunnen samen voorkomen maar kunnen ook best alleen op zichzelf voorkomen.


Het is belangrijk beide termen niet met elkaar te verwarren aangezien zowel de oorzaak, het verloop en de behandeling van elkaar kunnen verschillen.

Aderontsteking/ Flebitis/ Thromboflebitis.

Bij aderontsteking is de wand van een bloedvat plaatselijk ontstoken. Dit gaat meestal ook gepaard met klontervorming maar het hoeft niet zo te zijn. Wanneer er zowel een ontsteking als een klonter aanwezig is spreekt men ook van thromboflebitis. 


Meestal ontstaat flebitis in een spatader van  het been of in de arm na het prikken van een infuus. 


Aderontsteking komt relatief veel voor: 1 op de 1000 mensen heeft er ooit last van. 


Klachten

Bij een aderontsteking is er op de huid een rode plek of streep te zien, die warm en hard aanvoelt. Deze plek of streep is pijnlijk bij aanraking en tijdens bewegen.

Deze 4 Latijnse woorden vind je bij flebitis bijna altijd terug:

- Rubor: roodheid

- Calor: warmte 

- Dolor: pijn

- Tumor: zwelling


Oorzaken

- trauma (val, stoottrauma, infuus,...)

- spataders


Diagnose 

Meestal volstaat een goede anamnese en een gericht klinisch onderzoek. Soms is een duplexonderzoek nodig om de diagnose te stellen.


Therapie

Behandeling van een zeer  kleine aderontsteking met weinig klachten is meestal niet nodig. Meestal verdwijnt de aderontsteking na enkele dagen tot weken spontaan.


Wat ijs leggen (in de acute fase) en paar dagen een ontstekingsremmer innemen is meestal voldoende. Na de eerste dagen zijn warmtecompressen (in plaats van ijs) zinvol. 


Veel bewegen is absoluut verstandig.


Bij een uitgebreide flebitis wordt daarnaast ook gestart met subcutane spuitjes heparine (om het bloed wat te "verdunnen"). 


Een steunkous dragen is eveneens wenselijk. 


Meestal zijn de klachten na 3 weken terug verdwenen.


Indien spataders de uitlokkende factor waren is het verstandig om,  na afkoelen van de ontsteking,  te overwegen om deze zieke aders te laten verwijderen omdat anders de kans bestaat dat er steeds opnieuw ontstekingen zouden ontstaan.



Item koppelen

Klonters in een ader: thrombose

Bij  een trombose raakt een ader verstopt door een klonter, een stolsel van bloed. 


Thrombosen kunnen ontstaan in zowel oppervlakkige als diepe aders. 

Speciale aandacht verdient de diepe veneuze thrombose, die dus ontstaat in de diep gelegen aders (in de spieren, in het bekken, in de buik of thorax)


Klachten

De verstopte ader kan het bloed niet goed kan afvoeren. Hierdoor ontstaat er stuwing (druk) in het been. Het been wordt rood, gezwollen en pijnlijk. Vaak is de huid glanzend. Meestal is de temperatuur van het aangedane been iets hoger dan van het gezonde been. De verschijnselen kunnen plotseling, maar ook geleidelijk ontstaan. Ook de ernst van de klachten kan zeer verschillend zijn.


De verschijnselen die optreden bij een trombosebeen kunnen ook voorkomen bij andere ziektebeelden. Voor een juiste diagnose is daarom verder onderzoek noodzakelijk.

Oorzaken van trombose

Trombose kan verschillende oorzaken hebben. Vaak is de aanleiding een periode van weinig lichaamsbeweging, bijvoorbeeld na een operatie, een ongeval of door langdurige bedrust. Ook langdurig zitten tijdens een (vlieg)reis kan een trombosebeen veroorzaken. Andere mogelijke oorzaken van trombose zijn:

een erfelijke afwijking in de bloedstolling;

spataderen;

uitdroging;

gebruik van de anticonceptiepil (licht verhoogd risico).

Verder hebben ouderen, mensen die roken, mensen met overgewicht en patiënten met bepaalde vormen van kanker een verhoogde kans op trombose. Bij ongeveer de helft van de patiënten met een trombosebeen, is geen duidelijke oorzaak aan te wijzen.


Diagnose 

Een veneus duplexonderzoek is hier absoluut noodzakelijk.


Behandeling

Dit gebeurt door middel van antistollingsmiddelen met de bedoeling om de DVT te verkleinen en het risico op een longembool te minimaliseren. 


De duur van de behandeling is afhankelijk van:

- de oorzaak van de trombose

- leeftijd

- algemene conditie

- evolutie van de thrombose

- eventuele andere ziektes


Het dragen van een steunkous (alleen overdag) is een noodzaak.  Het advies is om, na een diep veneuze trombose, deze kous twee jaar lang te blijven dragen om zo de kans op het ontstaan van een post-trombotisch syndroom zoveel mogelijk te beperken.


Mogelijke complicaties 

- Longembolie, waarbij een stukje van de klonter afbreekt en meegevoerd wordt in de bloedstroom tot in de longen. Dit kan leiden tot ademnood en zelfs tot plotse dood indien het een grote klonterprop betreft.



Preventie

Trombose voorkomen 

Om de kans op een (nieuw) trombosebeen te verkleinen, zijn de volgende leefregels belangrijk:

voldoende bewegen;

niet roken;

zorgen voor een gezond lichaamsgewicht.

Als u een lange periode moet rusten, liggen of zitten (bij een lange reis, of door ziekte/ongeval) is het belangrijk om voldoende te drinken, maar liever geen alcohol of koffie. Door koffie en alcohol verliest u meer vocht. Hierdoor wordt het bloed juist weer dikker. 

Naast voldoende drinken is het belangrijk om regelmatig even te bewegen, zodat de bloedstroom gestimuleerd wordt. Dit kan door een klein stukje te lopen of door de voeten en benen te buigen, te strekken en er rondjes mee te draaien. 

Tijdens lange vliegreizen is het aan te bevelen om steunkousen te dragen.


Post-trombotisch syndroom

Na een doorgemaakte trombose kunnen opnieuw klachten ontstaan. Er kan dan sprake zijn van een post-trombotisch syndroom. Dit ontwikkelt zich meestal binnen twee jaar na de eerste trombose. Door een diep veneuze trombose kunnen de kleppen in de aderen beschadigd raken. Hierdoor kan vochtophoping (oedeem) in het been ontstaan. Het been is dan blijvend gezwollen, moe en pijnlijk. Daarnaast kan de huid bruin en vlekkerig verkleuren. Er kunnen wonden ontstaan, die moeilijk genezen. We spreken dan van een open been (ulcus cruris).

Ongeveer de helft van de mensen met een trombosebeen krijgt, in meer of mindere mate, te maken met het post-trombotisch syndroom. U kunt de kans op het post-trombotisch syndroom halveren door na een trombosebeen twee jaar lang steunkousen te dragen. U kunt de klachten beperken door de benen af en toe hoog te leggen en voldoende te bewegen.

Trombose voorkomen 

Om de kans op een (nieuw) trombosebeen te verkleinen, zijn de volgende leefregels belangrijk:

voldoende bewegen;

niet roken;

zorgen voor een gezond lichaamsgewicht.

Als u een lange periode moet rusten, liggen of zitten (bij een lange reis, of door ziekte/ongeval) is het belangrijk om voldoende te drinken, maar liever geen alcohol of koffie. Door koffie en alcohol verliest u meer vocht. Hierdoor wordt het bloed juist weer dikker. 

Naast voldoende drinken is het belangrijk om regelmatig even te bewegen, zodat de bloedstroom gestimuleerd wordt. Dit kan door een klein stukje te lopen of door de voeten en benen te buigen, te strekken en er rondjes mee te draaien. 

Tijdens lange vliegreizen is het aan te bevelen om steunkousen te dragen.

Share by: