Waarom zijn loopoefeningen belangrijk bij étalagebenen?

 Hoe werkt looptraining? Door veel te lopen hebben spieren extra zuurstof nodig. Het lichaam probeert dit zelf op te lossen. Dit gebeurt doordat kleinere bloedvaatjes (zijtakken) die normaal niet gebruikt worden bij een zuurstoftekort open gaan staan. Hierdoor verbetert de toevoer van bloed naar de spieren. Waar kunt u looptraining volgen? We adviseren u looptraining te volgen bij een fysiotherapeut


Tot slot zorgt gesuperviseerde looptraining voor een verbeterende longfunctie en een verbeterde pompfunctie van het hart. Dit zal een patiënt merken doordat zijn conditie vooruit gaat. Een patiënt zal daardoor minder snel vermoeid zijn bij inspanning. 


Het zou een illusie zijn te veronderstellen dat een dotterprocedure bij alle patiënten tot gedragsverandering leidt. Mensen zijn gewoonte dieren en kunnen alleen daarom alleen al zeer moeilijk afscheid nemen van ongezond eten, roken, alcoholgebruik, ..... Na een ballondilatatie gaan sommigen toch het roer omgooien en hun best doen om gezonder te leven maar de realiteit leert ons dat velen blijven roken, niet aan sport doen, ongezond blijven eten,...


Daarom op deze pagina een noodkreet aan iedereen die zijn/haar slagaders in conditie wenst te houden, los van het feit of die slagaders nu gezond of ziek zijn.


De behandeling van etalagebenen is in eerste instantie gericht op het beperken van het risico op verdere vaatvernauwing waar dan ook in het lichaam maar dan uiteraard vooral in de beide benen. Dat kan inderdaad door een operatie maar na de ingreep begint het echte werk voor de patiënt. Naast een grondige aanpassing van de levensstijl qua eten, drinken, rookgedrag,... moet er ook werk gemaakt worden van voldoende beweging.


Hoe werkt wandeltraining?Tijdens een inspanning, tijdens het wandelen hebben spieren extra zuurstof nodig. Het lichaam probeert dit zelf op te lossen. Het bloed kan bij étalagebenen niet goed naar de spieren. Daarom ontstaat er daar zuurstoftekort tijdens het wandelen en dat resulteert in pijn. Dat scenario is voor ons lichaam het signaal om kleine zijtakjes breder open te zetten. Hierdoor verbetert de toevoer van bloed naar de spieren. Vergelijk het met een ongeval op de snelweg waarbij er een file ontstaat en er plots heel wat verkeer kiest om een afrit te nemen en door de kleinere straatjes een omweg te maken en aldus iets verder voorbij het ongeval terug op te snelweg te komen. Wanneer er geen file is zou er niemand aan denken om die omweg te gebruiken. Bij herhaalde files kent op den duur iedereen alle omwegen. Net hetzelfde gebeurt er in onze benen bij een vernauwde slagader. Wanneer we niet bewegen en er dus geen zuurstoftekort is worden de zijtakjes niet getraind. Er gebeurt daar immers niks. Wanneer we trainen (door te wandelen) ontstaat er in de spieren zuurstoftekort en dus gaat ons lichaam de zijtakjes extra laten ontwikkelen.

Hoe meer we dus wandelen, hoe meer spierpijn, hoe meer zijtakjes en uiteindelijk hoe minder klachten.


Je kan dit zelf proberen maar het is wetenschappelijk bewezen dat de beste resultaten verkregen worden wanneer men dit doet onder controle van de huisarts en mits opvolging van een kinésist of een fitnesscoach. Een gesuperviseerde wandeltraining zorgt bovendien voor een verbeterende longfunctie en een verbeterde pompfunctie van het hart. Dit zal een patiënt merken doordat zijn conditie vooruit gaat. Een patiënt zal daardoor minder snel vermoeid zijn bij inspanning en ook dat is mooi meegenomen.


Hoe kan u te werk gaan?

- Neem contact op met uw huisarts om te bepalen hoe u al uw specifieke risicofactoren optimaal kan aanpakken.

- Neem, al dan niet in overleg met uw huisarts, contact op met een coach(kiné of fitness) om een wandelschema op te stellen en om af te spreken hoe de opvolging zal gebeuren. Opvolging is nodig om u goed te kunnen focussen en om een concreet doel te stellen.

- De coach zal dan bij de opstart bijvoorbeeld de 6-minutentest doen. Neem een vlak stuk weg (buiten of binnen, bijvoorbeeld een lange gang). De chronometer wordt gestart en u begint te wandelen met de bedoeling op 6 minuten zoveel mogelijk afstand af te leggen. U mag rusten (staande of zittend) wanneer u dat wenst maar de chrono loopt dan wel gewoon door. Tijdens het wandelen mag u niet steunen op een hulpmiddel tenzij het echt niet anders kan. De coach noteert wanneer (na hoeveel tijd en na hoeveel meter) u moet stoppen en hoelang u moet rusten vooraleer u kan verder wandelen. Dat doet hij/zij bij elke rustfase. Na 6 minuten wordt de eindafstand vastgelegd.

- Daarna begint de training met de beoeling om de resultaten van de 6-minutentest op termijn te verpulveren.

U wandelt elke dag 30 minuten (en na een tijdje 60 minuten) aan een matig tempo (niet slenteren maar ook niet echt lopen). U noteert tijd en afstand van de rustpauzes (na hoeveel minuten, meters heb ik moeten rusten en hoelang duurde het vooraleer ik opnieuw kon starten). Na 30 minuten stopt u met wandelen en noteert u de eindafstand. Dat kan uiteraard het best op een goede loopband met alle gegevens dadelijk beschikbaar maar u kan het ook thuis in de buurt op voorwaarde dat u exact kan bepalen hoe ver u na 30 minuten hebt gewandeld.

- Bovenstaande oefening doet u 1x per dag, laat ons zeggen zeker 5x per week.

- Elke twee weken doet u de 6-minutentest opnieuw en u zal zien dat u dikwijls beter zal doen dan het vorige resultaat.

- Uw coach zal u ongetwijfeld bijkomende oefeningen geven om uw resultaten te verbeteren.


Share by: